Geïnteresseerd? Bestel mijn boek bij je lokale boekhandel of Bol.com.
  • 24
    sep
    2008

    De puberteit van de democratie

    Het politiek vertrouwen was al zwaar geschonden, maar nu het economisch vertrouwen ook nog de geest gaf, zag de Amerikaanse overheid zich genoodzaakt met een peperduur EHBO-pakket te komen.

    Kom daar in de politiek maar eens om. Wat zou er allemaal mogelijk worden met een miljardeninjectie in politiek vertrouwen?

    Of het zou helpen, is overigens de vraag. Politiek vertrouwen is een favoriet onderwerp onder politicologen, omdat het cruciaal, makkelijk meetbaar maar moeilijk beïnvloedbaar is. Dat weerhield diverse commentatoren deze week echter niet van een oproep tot herstel van vertrouwen.

    Herman van Gunsteren, James Kennedy (Trouw, 20 september), Frank Ankersmit, Marc Chavannes, Steven de Jong (NRC, 20 september) en onderzoeksbureau Motivaction (Binnenland, 16 september) waren het over één ding eens: daartoe moeten overheid en burgerschap in het teken staan van rechtvaardigheid en algemeen belang, niet van aardigheid en eigenbelang die op de markt regeren.

    Toen de Britse socioloog Paul du Gay dit in 2000 betoogde (In Praise of bureacracy, Sage) was de tijd er nog niet rijp voor. Nu kan die boodschap een bestseller worden.

    Beelden die we nu nog in verschillende hoeken van ons geheugen hebben opgeborgen, zoals de dappere brandweerlieden na 9/11 en de miljardeninjectie van afgelopen week, zullen over twintig jaar in de publieke verbeelding zijn verdicht tot één beeld: het einde van het neoliberalisme en het eerherstel van de overheid. Wie nu een loopbaan moet kiezen, kan het beste ambtenaar worden.

    Troonrede

    Toch is dit eerherstel van de overheid niet voldoende voor herstel van politiek vertrouwen, vinden Van Gunsteren en Kennedy. De overheid moet zelf ook durven vertrouwen in burgers.

    Hoewel de Troonrede veelvuldig oproept tot burgerzin en vertrouwen, blijkt nergens dat de regering zelf vertrouwen heeft in burgers. Ze ziet vooral veel burgers die controle en heropvoeding nodig hebben. Daar is ook wel reden voor, betoogt Steven de Jong, die op zijn website lastvandeburger.nl te veel onbehouwen scheldlustige baardapen heeft zien langskomen.

    Wat een glibberig probleem, dat vertrouwen. Hoe zijn we hierin verzeild geraakt? Dertig jaar geleden hadden we er nog geen last van, getuige het Sociaal Cultureel Jaarrapport uit 1978.

    Het SCP maakte zich destijds niet druk om het vertrouwen van burgers in de politiek, maar des te meer om het vertrouwen van burgers in zichzelf.

    Dit ‘politiek zelfvertrouwen’ hing samen met kennis en interesse in politiek. Politieke kennis, interesse, betrokkenheid en zelfvertrouwen zouden allemaal toenemen, stelde het SCP optimistisch. Het SCP kon zijn hoop en verwachtingen van democratisering nauwelijks beteugelen.

    Uitstapje

    Tien jaar later zag het SCP nog steeds overal democratisering gloren. Ook toen, in het jaarrapport van 1988, was wantrouwen van burgers jegens de overheid geen thema maar het politiek zelfvertrouwen wel. Dat was fors gegroeid: nu vond 46 procent dat ‘mensen zoals ik’ best invloed hebben op de regeringspolitiek, tegenover 33 procent in 1973.

    Ook de politieke interesse was toegenomen. Het zelfvertrouwen was het laagst onder werklozen en arbeidsongeschikten, die daardoor ‘een grote steun voor cynische opvattingen over politici’ aan de dag legden.

    Wat leert dit historisch uitstapje ons? Dat onze democratie met de eigen puberteit worstelt. In de jaren zeventig en tachtig werden burgers nog gezien als onwetende en onmondige peuters die net kwamen kijken. Ze hadden vooral scholing en informatie nodig.

    Alleen wie zich politiek en democratie niet eigen wist te maken, ging cynische opvattingen koesteren. Gelukkig deed bijna niemand dat.

    Tactloos

    Nu vinden veel burgers dat ze wel uitgeleerd zijn. Alleen gedragen ze zich heel anders dan de ouders van die leuke brabbelende peuters ooit hoopten. Ze kunnen rake eigenzinnige opmerkingen maken. En soms brutaal, egoïstisch en tactloos zijn.

    Bestuurders willen toch graag aardig gevonden worden en gaan pubers dus naar de mond praten. Daarmee oogsten ze slechts minachting.

    Het puberale gedrag van burgers roept bovendien puberaal gedrag van bestuurders op. Ongeduld, humeurigheid, minachting en wantrouwen. Als de burgers niet naar hun verstandige praat luisteren, moet het maar kwaadschiks, met dwang en drang. Dan moet het goede leven ze maar door de strot geduwd.

    Als het een relatieprobleem is, moet het ook met relatietherapie opgelost. Bij het Handvest voor Verantwoordelijk Burgerschap dat de regering voorbereidt, hoort dus een Handvest voor Verantwoordelijk Bestuur.

    Evelien Tonkens is hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam

    Bron: De Volkskrant, 24 september 2008 – ‘De puberteit van de democratie

In de media

Een aantal van mijn onderzoeken en maatschappelijke acties haalden in de jaren 2004-2008 de media. In deze rubriek een overzicht van die artikelen.

Over de auteur

Archief artikelen van Steven de Jong. Op deze site kunt u zijn artikelen uit de periode 2001-heden lezen.

E-mail: dejongsteven@gmail.com
  • Volg Steven de Jong op Twitter!
  • Volg Steven de Jong op LinkedIn!