-
26
mei
2009Slavernij op de werkplek
Slavernij. Een zware kwalificatie, maar volgens burgemeester Alfred Veltman was daar wel degelijk sprake van op het aspergebedrijf in het Brabantse Someren. De illegaal tewerkgestelde Roemenen zijn inmiddels huiswaarts gekeerd. De meesten zonder loon.
Het strafrechtelijk onderzoek loopt nog, maar de discussie over uitbuiting van met name seizoensarbeiders is opgelaaid. Het gaat dan vooral om illegalen, want die zijn vanwege hun status te chanteren. Heb je je paspoort of reisdocumenten in moeten leveren bij je werkgever? Mag je niet gaan en staan waar je wilt buiten werktijd? Dan is de kans op uitbuiting groot, waarschuwt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de brochure ‘Arbeid en uitbuiting‘. De tekst is in 14 talen opgesteld, waaronder het Pools, Russisch en Roemeens.
Slavernij als arbeidsrelatie is 150 jaar geleden wettelijk afgeschaft in Nederland, maar wie de documentatie van de overheid erop naslaat ziet dat het probleem nog steeds actueel is. Sociale Zaken verwijst slachtoffers (en mensen die onraad ruiken) door naar het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha).
Opvallend is dat de overheid rekening houdt met het duivelse dilemma van illegalen: wie aangifte doet verklikt immers ook zichzelf. Toch loont het om je uitbuiter er bij te lappen, getuige de speciale rechten van slachtoffers, die vastgelegd zijn in de zogenaamde B9-regeling. Een illegale werknemer krijgt na inschakeling van CoMensha drie maanden bedenktijd om te beslissen of hij aangifte wil doen. “Tijdens de bedenktijd wordt u niet uitgezet”, verzekert het ministerie. Ook krijgt de illegaal opvang, medische hulp indien nodig en zelfs een uitkering. Voor de duur van de opsporing, vervolging en berechting ontvangt het slachtoffer ook een verblijfsvergunning en het recht om in Nederland te werken.
Uitbuiten valt volgens het ministerie van Justitie onder mensenhandel, een begrip dat voorheen vooral betrekking had op seksuele uitbuiting. Pas sinds enkele jaren, na het verschijnen van het rapport ‘Slavernij-achtige uitbuiting in Nederland’ van het wetenschappelijk instituut (WODC) van Justitie in 2004, is het begrip verruimd. In artikel 273a lid 1 (WvS) is dat een hele alinea, maar Justitie houdt voor het gemak deze werkdefinitie aan: “Uitbuiting van een ander door gedwongen of verplichte arbeid of diensten waarbij sprake is van een sterke inperking van de vrije keuze.”
Uit onderzoek van Sociale Zaken blijkt dat vier sectoren verantwoordelijk zijn voor naar schatting meer dan 90 procent van de illegale tewerkstelling. Land en tuinbouw (36%), horeca (36%), bouwnijverheid (15%) en tot slot transport over de weg (5%). Dat zijn volgens het WODC de zogenaamde 3d-jobs: dirty, demeaning and dangerous. “Banen waarvoor moeilijk legaal arbeidsaanbod te vinden is.”
Gepubliceerd: NRC
Categorie
NRC
Voor NRC Handelsblad, nrc.nl en nrc.next schreef ik sinds mijn aanstelling in september 2007 meer dan 800 artikelen. De meeste daarvan als opiniemaker voor nrc.nl.
LAATSTE BERICHTEN
- • Twee zussen met een kinderwagen op dievenpad
- • Dit is geen kwajongensstreek meer, maar een aanslag
- • Doorgereden na ongeluk. Verdachter dan dit krijg je het niet
- • ‘Buitentijd’, advertorials voor in je backpack
- • Slim horloge voor kinderen blijkt gemakkelijk te kraken
- • Hennepplantage? Met die spullen kun je ook tomaten kweken
- • Die planten zijn volgens de rechter ‘niet vanzelf naar binnen gewandeld’
- • Of de officier zich ook zomaar in elkaar laat slaan
- • Werkstraf voor ‘akkefietje met schilderij’
- • Graag de volgende keer gewoon afrekenen