-
01
feb
2009Weinig aandacht voor alcoholisten op het werk
Een werknemer die tijdens kantooruren last heeft van een kater of zelfs nog onder invloed is presteert maar voor 75 procent. Desondanks geven werkgevers weinig prioriteit aan een zogenaamd ‘alcoholbedrijfsbeleid’. Het individuele welzijn, zoals het tegengaan van stress, krijgt op verzoek van werknemers veel meer aandacht.
VVD-Kamerlid Halbe Zijlstra pleitte vorige week in het Radio-1 journaal voor een registratie van artsen die wegens drankmisbruik geschorst zijn. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zou deze informatie opvraagbaar moeten maken voor toekomstige werkgevers. Aanleiding was de ophef rondom ‘Dokter Wodka’, een Nederlandse chirurg die in Engeland was geschorst en in Nederland gewoon weer aan het werk kon.Minder opzienbarend is het verhaal dat een chauffeur van een lijnbus vorige maand deed in de Vlaamse krant Het Nieuwsblad. Hij was zich van geen kwaad bewust toen hij in Leuven tijdens een routinecontrole positief blies, want die dag had hij geen druppel alcohol gedronken. Het was zelfs al laat in de middag toen hij aan zijn dienst begon. Achteraf kon hij wel een verklaring geven voor de 0,88 promille in zijn bloed. Die nacht had hij een krat witte wijn van drie liter leeggedronken. “Ik ben tot vier uur ’s ochtends DVD’s blijven kijken. Het wijnkarton was leeg”, zei de buschauffeur die na twintig jaar dienstverband op staande voet is ontslagen.
Maatschappelijke kosten
Dat deze verhalen het nieuws haalden heeft alles te maken met de branche waarin de alcoholliefhebbers werken. De gezondheidszorg, personenvervoer: iedereen zal het erover eens zijn dat alcohol in die sectoren de veiligheid in gevaar brengt. Maar volgens het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering (NIGZ) is het probleem veel groter. Drie tot zes procent van de beroepsbevolking heeft volgens het instituut momenten van disfunctioneren door alcoholgebruik. De maatschappelijke kosten lopen als gevolg hiervan in de miljarden euro’s, becijferden de onderzoekers. Werknemers met een alcoholprobleem presteren slechts voor 75 procent van hun salaris. “De overige 25 procent gaat verloren door verminderde productiviteit, schade aan producten, ontslagprocedures, medische kosten en ziekteverzuim”, aldus het NIGZ op haar website. Het ziekteverzuim van probleemdrinkers ligt volgens het instituut twee tot zes keer hoger dan gemiddeld.Alcoholbeleid op de werkvloer
Het NIGZ pleit daarom al jaren voor alcoholbeleid op de werkvloer en roemt de pioniersrol van het chemische productiebedrijf Huntsman daarin. De Nederlandse multinational, met meer dan 15.000 werknemers in dienst, besloot in 1997 de hulp van het NIGZ in te ro0epen na een paar vervelende voorvallen met werknemers. Het gezondheidsinstituut hielp het bedrijf met het implementeren van alcoholbeleid. Excessief drankgebruik buiten het werk werd bespreekbaar gemaakt, ‘verdachte’ werknemers kregen een vrijwillige blaastest aangeboden, sancties werden op schrift gesteld, informatiepakketten uitgedeeld en het bedrijf werd helemaal ‘drooggelegd’, ook bij speciale lunches en diners mocht geen alcohol meer geschonken worden. Het sociaal-medisch team van de organisatie, bestaande uit de bedrijfsarts, de bedrijfsmaatschappelijk werker en een vertegenwoordiger van personeelszaken, is leidinggevenden actief voor gaan lichten. Ook over de reïntegratie van probleemdrinkers.Slechts een gedragscode
Wel maakt het NIGZ een kanttekening bij het toepassen van blaastests. “Dat is een directe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, en is te beschouwen als een medische ingreep, waarvoor de vrijwillige en geïnformeerde toestemming van de werknemer nodig is.” Terughoudendheid is dus gewenst, ook vanwege het risico op een verstoorde werkrelatie.In 2004 liet het NIGZ het enquêtebureau TNS-NIPO onderzoek doen naar alcoholbeleid bij bedrijven. Een derde van de werkgevers zou dit voeren. Grotere bedrijven meer dan kleinere. Maar dat zegt op zich nog weinig, weet NIGZ. “In de meeste gevallen gaat het om een gedragscode, maar die is niet altijd schriftelijk vastgelegd. Veelal is er geen sprake van een expliciete code, maar zijn er mondelinge afspraken tussen werkgever en werknemer.”
Opvallend aan het onderzoek was de lage prioriteit die werknemers geven aan een alcoholbedrijfsbeleid. Aandacht voor stress (54 procent) en voldoende beweging (74 procent) vonden ze van groter belang dan alcoholproblematiek (11 procent). De aanbeveling van het NIGZ luidde dat leidinggevenden drankmisbruik moeten leren signaleren en werknemers vervolgens moeten confronteren met de bevindingen.
Signalen
Een goede indicatie voor overmatig alcoholgebruik is de dranklucht die iemand verspreidt. Eén van de meest heldere regelvoorstellen van het NIGZ luidt dan ook: “Dranklucht wordt niet getolereerd in het bedrijf.” Maar uit de Factsheet Alcohol en Werk (januari 2006) van het instituut leren we dat werknemers ook op andere terreinen door de mand kunnen vallen. Kortdurend ziekteverzuim bijvoorbeeld. Als iemand zich regelmatig voor slechts een dag ziek meldt kan dat duiden op flinke katers. Meer in het algemeen wordt een ‘onregelmatig werkpatroon’ als verdacht aangemerkt; lange pauzes, frequent toiletbezoek, concentratieverlies en verminderde effectiviteit. Het voorkomen van ‘zomaar’ kleine ongelukjes zou de werkgever zorgen moeten baren.Uiterlijke signalen zijn er ook volgens het NIGZ. Trillende, zwetende handen verraden bijvoorbeeld ontwenningsverschijnselen. En een troebele blik, een minder verzorgd uiterlijk en gewichtsverlies kunnen onthullen dat de alcohol grip heeft op iemands leven. Op sociaal gebied moet er een belletje gaan rinkelen als de verhouding met collega’s verslechtert en er steeds meer klachten komen, ook van klanten. Het zijn stuk voor stuk signalen die in meer of mindere mate ook op iets anders dan een alcoholprobleem kunnen duiden. In die gevallen kan een alcoholtest de werknemer juist weer vrijpleiten.
Werkgever is geen hulpverlener
Volgens Frans Koopmans, stafmedewerker van stichting De Hoop, een verslavingszorginstelling in Dordrecht, doen probleemdrinkers er alles aan hun drankzucht te verbergen. “Dat is een wezenlijk onderdeel van de verslavingsproblematiek”, benadrukt hij. “Een alcoholist probeert te liegen, te bedriegen en te manipuleren. Als concreet gevraagd wordt naar het alcoholgebruik, zal dat meestal door de werknemer worden gebagatelliseerd.” De signalen die hij noemt komen overeen met die van het NIGZ, maar het is volgens hem verstandig niet al te snel op basis van enkele vermoedens tot zware constateringen te komen. Dat maakt het volgens Koopmans ook zo lastig een collega aan te spreken op zijn eventuele drankprobleem. Afvinken bij andere collega’s of ze je vermoeden delen, getuigt volgens hem van weinig discretie. Een vertrouwelijk gesprek tussen leidinggevende en werkgever, in een vroeg stadium, verdient volgens hem de voorkeur. “Daarin kan de leidinggevende aangeven wat hij heeft geconstateerd en welke verbeteringen hij van de medewerker verwacht. Eventueel kan hij ook doorverwijzen naar hulp, bijvoorbeeld de bedrijfsarts, de maatschappelijk werker of de verslavingszorginstelling.” De leidinggevende doet er niet wijs aan om zelf de hulpverlener te gaan spelen, zegt Koopmans. “Daarvoor is het bedrijf niet geëquipeerd en de leidinggevende niet opgeleid. Dat vraagt om de inbreng van deskundigen op het gebied van verslavingszorg.”Maar net als het NIGZ vindt hij dat bedrijven wel een verantwoordelijkheid hebben in het voeren van een alcoholbeleid. “De Arbo-wet stelt de werkgever en werknemer samen verantwoordelijk voor het welzijn, de gezondheid en de veiligheid op het bedrijf. ” Een “proactief alcoholbedrijfsbeleid” is volgens Koopmans vooral van belang om adequaat op alcoholproblematiek te reageren om verergering te voorkomen. Maar ‘doktertje spelen’ blijft hij afraden, vooral omdat hij in zijn praktijk ziet dat verslaving vaak een dieperliggende problematiek kent.
Gepubliceerd: NRC
Categorie
NRC
Voor NRC Handelsblad, nrc.nl en nrc.next schreef ik sinds mijn aanstelling in september 2007 meer dan 800 artikelen. De meeste daarvan als opiniemaker voor nrc.nl.
LAATSTE BERICHTEN
- • Twee zussen met een kinderwagen op dievenpad
- • Dit is geen kwajongensstreek meer, maar een aanslag
- • Doorgereden na ongeluk. Verdachter dan dit krijg je het niet
- • ‘Buitentijd’, advertorials voor in je backpack
- • Slim horloge voor kinderen blijkt gemakkelijk te kraken
- • Hennepplantage? Met die spullen kun je ook tomaten kweken
- • Die planten zijn volgens de rechter ‘niet vanzelf naar binnen gewandeld’
- • Of de officier zich ook zomaar in elkaar laat slaan
- • Werkstraf voor ‘akkefietje met schilderij’
- • Graag de volgende keer gewoon afrekenen