-
07
sep
2010Moet een slachtoffer ter zitting alles kunnen roepen naar een verdachte?
In een afgeladen zittingszaal in Rotterdam las een nabestaande donderdag een aangrijpende brief voor aan de 25-jarige verdachte van een dodelijk verkeersongeval. Ze liet hem weten hoezeer het verlies van haar broer, neef en vader haar leven op de kop heeft gezet. Tot slot wenste ze de man, die nog niet veroordeeld is, het ergste toe.
“Jouw impulsieve daad heeft mij doen afvragen wat jou het recht gaf om boven de natuur te staan”, sprak de 23-jarige nabestaande (lees het rechtbankverslag). Ook zei ze dat ze groot vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak heeft en hoopt dat de straf “ter generale preventie” zal werken. Een brief met zorgvuldige, soms dichterlijke zinnen. “Jij hebt mij mijn helden ontnomen, nu zijn ze mijn engelen in de hemel.” Maar ook, ter afsluiting, een stevige verwensing aan de verdachte. “Dat je mag branden in de hel.” Ze noemde de verdachte een “lafaard”, omdat hij lang heeft gezwegen over de toedracht van het ongeluk.
Het spreekrecht van een slachtoffer of nabestaande is relatief nieuw. Het mag pas sinds januari 2005 uitgeoefend worden. Artikel 302 lid 2 (wetboek van strafvordering) is er gekomen op initiatief van voormalig D66-Kamerlid Boris Dittrich om de emotionele verwerking van een delict te bespoedigen en de rechter te laten zien wat voor impact een misdrijf heeft gehad. Maar, zo waarschuwt de website van de Rijksoverheid, “u mag niet uw mening geven over de verdachte en de strafmaat”.
Rechtbankvoorzitter Van der Grampel greep donderdag niet in. Ze zei na afloop alleen tegen de verdachte dat ze zich kon voorstellen dat de brief “hard aankomt”. In dagblad Trouw erkent de persrechter dat het uiten van de verwensing en belediging “niet de bedoeling” was. “Je moet je ook afvragen hoe strikt je moet optreden. De woorden van deze mevrouw zouden ook niet letterlijk bedoeld kunnen zijn. Als rechter handel je naar bevinden. Dat maakt de afweging, die mede afhankelijk is van de emoties, erg lastig. Beschikbare teksten worden weliswaar vooraf ingezien, maar dat gebeurt vaak kort voor de zitting.”
Wat vindt u? Heeft de rechtbank hier verstandig gehandeld? Moet een slachtoffer of nabestaande de ruimte krijgen om een verdachte uit te schelden? Of hecht u eraan dat een verdachte, onder toeziend oog van de rechterlijke macht, correct en respectvol bejegend wordt?
Gepubliceerd: NRC
Categorie
NRC
Voor NRC Handelsblad, nrc.nl en nrc.next schreef ik sinds mijn aanstelling in september 2007 meer dan 800 artikelen. De meeste daarvan als opiniemaker voor nrc.nl.
LAATSTE BERICHTEN
- • Twee zussen met een kinderwagen op dievenpad
- • Dit is geen kwajongensstreek meer, maar een aanslag
- • Doorgereden na ongeluk. Verdachter dan dit krijg je het niet
- • ‘Buitentijd’, advertorials voor in je backpack
- • Slim horloge voor kinderen blijkt gemakkelijk te kraken
- • Hennepplantage? Met die spullen kun je ook tomaten kweken
- • Die planten zijn volgens de rechter ‘niet vanzelf naar binnen gewandeld’
- • Of de officier zich ook zomaar in elkaar laat slaan
- • Werkstraf voor ‘akkefietje met schilderij’
- • Graag de volgende keer gewoon afrekenen