Geïnteresseerd? Bestel mijn boek bij je lokale boekhandel of Bol.com.
  • 24
    jan
    2019

    Inbreker hoopt dat bewoner ‘het een plekje kan geven’

    Inbreker hoopt dat bewoner ‘het een plekje kan geven’

    Twee mannen met zaklantaarns in het huis van de buren. Dat is verdacht, dacht een man die in de nacht van 15 november 2018 zijn hond uitliet in Hoogkarspel. Agenten ontdekten vervolgens “verse braaksporen”. De woning werd afgeblokt, zoals dat in politiejargon heet.

    En toen kwamen Mohammed (25) en Youssef (23) tevoorschijn. “Na wat capriolen op een dakkapel”, zo beschrijft de rechter het ‘heterdaadje’ op de zitting, woensdag 24 januari. In het huis trof de politie een zooi van jewelste aan. Lades en kastdeurtjes open. En de kluis die in de kast hoort, beschadigd in de gang. De rechter: “Kortom, niet hoe het slachtoffer het huis had achtergelaten.”

    Het slachtoffer zit achterin de zaal. Een vijftiger wiens gezicht op onweer staat. De rechter richt zich tot de verdachten. “Spijt het u dat u hier zit”, vraagt ze aan Mohammed en Youssef. “Ik heb er vreselijk veel spijt van”, zegt Youssef. “Ik hoop dat meneer het een plekje kan geven. Ik schaam me.”

    Youssef, in het dagelijks leven koerier, is de prater van het duo, dat elkaar kent van het buitenleven in Almere. Een verzorgde jongeman met de ambitie een hbo-studie af te ronden. “Over vijf jaar zit ik misschien wel naast u”, grapt hij tegen de rechter. In zijn voorkomen (net overhemd, fris gekapt) contrasteert hij met de krullerige Mohammed, die in joggingpak door twee parketwachten werd binnengebracht. Advocaat: “Hij heeft niet het vermogen zich goed in woorden uit te drukken. Dat ligt aan zijn ontwikkeling. Hij is geen prater. Ik vraag u dat niet tegen hem te gebruiken.”

    Als veelpleger Mohammed (sinds zijn dertiende) zich uitspreekt, dan is het vooral om te laten weten dat hij niet wil spreken. “Wil ik niks over kwijt”, antwoordt hij dan. Of: “Kan ik niks over zeggen.” En: “Dat slaat nergens op.” Waarom hij inbrak? “Ik vind het niet leuk om te doen. Ik ben er klaar mee.” Het Reclasseringsrapport adviseert de rechter om Mohammed maar eens “af te straffen”, omdat hij nergens aan mee wil werken. “Ik heb geen hulp nodig”, zegt hij nu ook ter zitting. Wel spijt het hem.

    “U loopt beiden over van spijt”, zegt de rechter, met sarcasme in haar stem. “Maar hebben jullie wel spijt aan meneer betuigd?” Youssef draait zich naar hem om. “Het spijt mij, meneer. Ik weet dat het moeilijk voor u is geweest. Ik hoop dat u het een plekje kunt geven.” Het gezicht van het slachtoffer ontspant. Hij knikt goedwillend: “Oké, dan hoop ik dat het nooit meer gebeurt.”

    Spijt? De officier van justitie gelooft er in het geval van Youssef niks van. “Heeft u de vorige keer ook gezegd dat u dit nooit meer zou doen? Of zei u toen: ik ga nog één keer inbreken?” De advocaten brengen in dat er geen sprake is van een voltooid, maar van een “onvoltooid delict”. De kluis heeft krassen, maar lag niet open. Er is veel overhoopgehaald, maar er is niets weg. “Of het nu een poging is of niet”, zegt de rechter, “het gaat hier om een enorme inbreuk op de privacy van het slachtoffer.”

    Feitelijk gaat het hier inderdaad om een poging, bevestigt ze uiteindelijk in het vonnis. Mohammed krijgt een straf van vier maanden gevangenis met aftrek van de 64 dagen die hij in voorarrest zat. Voor Youssef is ze milder: hij krijgt 64 dagen cel en is dus vanaf nu vrij man omdat hij die dagen reeds in voorarrest heeft uitgezeten. Wel hangt er bij Youssef nu een voorwaardelijke taakstraf van 60 uur boven zijn hoofd. De officier wordt verzocht de in beslag genomen TomTom, iPhone en schoenen van de inbrekers terug te geven. De parketwachten staan op. Ze nemen Mohammed weer gevangen.

Over de auteur

Archief artikelen van Steven de Jong. Op deze site kunt u zijn artikelen uit de periode 2001-heden lezen.

E-mail: dejongsteven@gmail.com
  • Volg Steven de Jong op Twitter!
  • Volg Steven de Jong op LinkedIn!