-
15
mrt
2013Probeer de burger niet te pleasen, maar te begrijpen
In Rotterdam worden jaarlijks miljoenen euro’s stukgeslagen aan een burgerinitiatief. We hebben het dan niet over driehonderd wipkippen of buurtbarbecues, maar over één idee van één burger. Een idee dat andere burgers in een speciale verkiezing hebben uitverkozen. Een verkiezing die luistert naar de naam Stadsinitiatief.
Het winnende idee van vorig jaar was De Luchtsingel, een houten voetgangersbrug over een groot deel van het centrum. Een brug die allerlei locaties met elkaar verbindt en waar langs nieuwe voorzieningen geëxploiteerd kunnen worden, zoals een Biergarten. “Een vliegwiel voor de economie”, aldus winnares Elma van Boxel, directeur van architectenbureau ZUS. Ik sprak haar laatst op de luchtbrug-in-aanbouw, die dwars door het kantorencomplex van haar bedrijf loopt. Na de verkiezing kreeg ze van het stadsbestuur vier miljoen subsidie voor de realisatie. Gevraagd naar hoe ze het project ervaart, antwoordde ze: “Iedereen bemoeit zich ermee.” Ze keek er enthousiast bij, maar die bemoeienis strekt verder dan wat reacties op Twitter. Burgers lopen onaangekondigd haar kantoor binnen om tips te geven.En zo hoort het. Door burgers een directe stem te geven in de stadsontwikkeling, maak je ze mede-eigenaar van de stad. De Luchtsingel is ze niet in de maag gesplitst door een projectontwikkelaar en een eigenzinnige wethouder. Nee, het is hun eigen project. Goed dat ze daarom een vinger aan de pols houden, want het zijn immers ‘hun belastingcenten’. De gemeenteraad, de gekozen volksvertegenwoordiging, heeft als statement zichzelf buitenspel gezet met een motie. Hoe democratisch wil je het hebben?
De werkelijkheid is iets minder democratisch. Een door het stadsbestuur aangestelde jury van Bekende Rotterdammers koos uit de 93 inzendingen vijf ideeën. Het is deze selectie die in stemming werd gebracht. Slechts 7,6 procent van de Rotterdammers kwam opdagen. Cynisch gesteld ging het om een prijswedstrijd waarbij de burger op het laatst nog even om een mening werd gevraagd. En waarom zou er überhaupt zo’n wedstrijd georganiseerd moeten worden? Besteed die miljoenen liever aan veiligheid, scholing of parkeerplaatsen, zou je kunnen opmerken. Niet aan zo’n luxueus gevaarte als De Luchtsingel. Als het bestuur de burger echt zo goedgezind is, waarom mag er dan niet gestemd worden over kwesties die er werkelijk toe doen? Zoals de aanstelling van een korpschef, de prijs van parkeervergunningen, de sluitingstijden van kroegen. Is zo’n rare-fratsen-verkiezing niet gewoon een schaamlap voor een gebrek aan inspraak?
Je zou zelfs het democratisch gehalte van ‘directe democratie’ kunnen bediscussiëren. Een volksvertegenwoordiging fungeert als buffer tussen bestuur en burger. Als het bestuur direct zaken gaat doen met de burger (zoals via het Stadsinitiatief), dan heeft die burger niet meer de middelen om de voorwaarden voor die handel te scheppen. Bij het Stadsinitiatief gaat het initiatief uit van het stadsbestuur (uitschrijven verkiezing) en is er geen orgaan dat een vinger aan de pols houdt. Zoals eerder gezegd: de gemeenteraad heeft zichzelf, vrijwillig, buiten spel gezet. Ooit werd de volksvertegenwoordiging als werkbaar alternatief gezien voor de wens om met zijn allen overal over te kunnen beslissen. Nu zien we politici meer en meer als hindermacht. Als dat het probleem is, waarom sporen we die politici dan niet aan beter hun werk te doen als volksvertegenwoordiger?
Elma van Boxel merkte op dat ze het idee heeft dat burgers haar architectenbureau als onderdeel van de gemeente zien. Een begrijpelijke verwarring die aanzet tot nadenken. Maakt het Stadsinitiatief de stad werkelijk democratischer of is het een paardenmiddel met vervelende bijwerkingen, zoals verwarring over wie waar verantwoordelijk is?
Onder ‘slow politics’ zou ik daarom graag zorgvuldige en zuivere politiek scharen. Volksvertegenwoordigers die namens het volk uitputtende discussies voeren met het bestuur en daarna weloverwogen moties in stemming brengen of stemmen over moties. Onder ‘fast politics’ schaar ik de politici die de klassieke processen te traag vinden en daarom maar snacks uitdelen (populistische beloften) of de burger laten prijsschieten (Stadsinitiatief). Hoe groter de roep om snelle politiek, hoe slechter de langzame functioneert. Houd het Stadsinitiatief in leven, maar doe niet alsof het de stad werkelijk democratischer maakt.
In 2008 publiceerde ik het boek ‘De Lastige Burger – Dienstverlening in een tijd van ontbrekend burgerschap’ (Van Duuren). Centrale gedachte daarin was dat de burger geen klant is en dat de overheid geen ‘u vraagt wij draaien’-DJ is. Kortom, een boek dat het misverstand van een klantgerichte overheid agendeerde. Een misverstand dat volgens mij de oorzaak is van veel gemor en geklaag van burgers richting ambtenaren. Het ‘u moet mijn algemeen belang dienen’-misverstand. Een burger met werkelijk democratisch besef ziet in dat hij een druppel op een gloeiende plaat is en pas het verschil kan maken als hij met honderden andere druppels samenklontert. Eenzelfde misverstand dreigt zich te ontwikkelen in de wereld van de ‘directe democratie’. In wezen gaat het bestuur dan vreemd met de burger. De wettelijke echtgenoot is immers de gemeenteraad.
Indien regeringen of stadsbesturen werkelijk democratischer willen worden, dan zullen ze moeten investeren in hun vermogen om ideeën uit de samenleving op te pikken. Wat doen we als een burger niet met een verlopen paspoort, maar met een idee aan het loket staat? Zijn ambtenaren in staat om goede ideeën te herkennen en dat door te leiden naar het bestuur? Is er in de uitvoering van reguliere taken ruimte voor de helpende hand van hulpvaardige burgers? Kunnen we mensen die iets voor hun gemeente willen betekenen snel op weg helpen of demotiveren we ze met allerlei procedures en subsidieaanvragen? Ofwel: een bestuur dat werkelijk democratisch wil worden, moet investeren in toegankelijkheid.
Toegankelijkheid, daar schort het aan. Althans, dat bleek toen ik in 2007 als mystery guest 450 gemeenten een fictief plan stuurde voor de oprichting van een eethuis voor senioren. ‘Burgers met plannen worden massaal genegeerd’, luidde mijn conclusie na het turven van de reacties. Bijna de helft van de onderzochte gemeenten reageerde niet inhoudelijk op een burgerinitiatief. Eenderde van de gemeenten reageert zelfs helemaal niet. Vorig jaar hebben studenten van de Universiteit van Amsterdam het onderzoek herhaald met niet significant andere uitkomsten. Het probleem is dat veel ambtenaren niet beseffen dat een initiatiefnemende burger om een speciale behandeling vraagt. Het gaat hier niet om een bewoner die even een boom wil kappen. Het gaat om een enthousiaste burger die bij de gemeente aanklopt met de vraag hoe hij zijn initiatief tot bloei kan laten komen en vaak geen idee heeft wat er in de gemeente speelt en waar hij allemaal rekening mee moet houden. Zijn enthousiasme om sociaal kapitaal toe te voegen aan de gemeente wordt zo in de kiem gesmoord door ambtenaren die hem als ‘klant nummer zoveel’ behandelen.
Pas dus op met het ‘pleasen’ van de burger. Populisten en voorstanders van directe democratie maken de werkelijkheid simpeler dan die is, met alle gevolgen van dien: teleurgestelde burgers (niet ingeloste beloftes) en verwarde burgers (architectenbureau dat voor stadskantoor wordt aangezien). Slow Politicus moet, zoals ik al schreef, zorgvuldig en zuiver zijn. De kunst is om dat te bewerkstelligen met toegankelijkere ambtenaren en politici. Niet met meer regels.
Verschenen in het vakblad Slow Management van uitgeverij MainPress
Gepubliceerd: Overige media
Categorie
LAATSTE BERICHTEN
- • Twee zussen met een kinderwagen op dievenpad
- • Dit is geen kwajongensstreek meer, maar een aanslag
- • Doorgereden na ongeluk. Verdachter dan dit krijg je het niet
- • ‘Buitentijd’, advertorials voor in je backpack
- • Slim horloge voor kinderen blijkt gemakkelijk te kraken
- • Hennepplantage? Met die spullen kun je ook tomaten kweken
- • Die planten zijn volgens de rechter ‘niet vanzelf naar binnen gewandeld’
- • Of de officier zich ook zomaar in elkaar laat slaan
- • Werkstraf voor ‘akkefietje met schilderij’
- • Graag de volgende keer gewoon afrekenen