Geïnteresseerd? Bestel mijn boek bij je lokale boekhandel of Bol.com.
  • 15
    okt
    2011

    Op een dag word je wakker. In de gevangenis die samenleving heet

    Wanneer we oplopen tegen de grenzen van onze kennis, persen we het leven in heldere, handzame ideeën en voorverpakte verhalen, soms met gevaarlijke gevolgen. Zoals de statisticus die verdronk toen hij een rivier overstak van gemiddeld een meter diep.


    De statisticus gaat wel vaker de mist in, schreef onzekerheidskundige Nassim Nicholas Taleb eens. Die gelooft in modellen, zoals de standaardnormale verdeling, oftewel de klokkromme die grote afwijkingen in een cijferreeks negeert.

    Een slechte gids, allicht. Maar erger zijn volgens hem degenen die u in een model proberen te proppen. Zoals farmaceutische ondernemingen. Bedrijven die beter zijn in het uitvinden van ziekten die passen bij bestaande geneesmiddelen dan in het uitvinden van geneesmiddelen die passen bij bestaande ziekten.

    Werk die stelling eens uit, zult u zeggen. Maar dat weigert Taleb in zijn nieuwe boek Het bed van Procrustes – Filosofische en praktische aforismen, waarvan deze week een Nederlandse vertaling is verschenen bij Uitgeverij Nieuwezijds. “Mijn beste definitie van een nerd: iemand die je vraagt om een aforisme uit te leggen.”

    Lees een jaar lang de kranten van vorige week

    Aforismen dus. Tegeltjeswijsheden, in veredelde vorm. Daar staat het nieuwe werk van professor Taleb, zelfbekroond voorspeller van de kredietcrisis, bol van. Een ronkende aanklacht tegen vooringenomenheid, tegen de neiging ons bezig te houden met zaken die buiten het bereik van onze waarneming liggen. Tegen voorspellen in het algemeen. Want wie voorspelt, of het niet-waarneembare probeert te vatten, verdrinkt halverwege het oversteken van een rivier die gemiddeld een meter diep is.

    Wantrouw iedereen die zegt dat je hem kunt vertrouwen, waarschuwt Taleb. “Ingenieurs kunnen rekenen, maar niet definiëren, wiskundigen kunnen definiëren, maar niet rekenen, economen kunnen definiëren noch rekenen.” Het ergst zijn journalisten, weet Taleb. “Een erudiet persoon is iemand die minder laat zien dan hij weet; journalisten doen het tegenovergestelde.” Een remedie tegen dat uitschot heeft hij ook: “Om geheel te genezen van kranten, lees een jaar lang de kranten van vorige week.”

    Je zou, getuige deze laatste uitspraak, bijna denken dat Talebs boek een pleidooi voor hokjesdenken is, maar hij bepleit juist het tegenovergestelde. Hij nodigt ons uit de wereld anders te bekijken, ontvankelijker te ervaren. Er rekening mee te houden dat onze waarheid slechts geldt tot het tegendeel bewezen is. Dat geloven in modellen hetzelfde is als een dutje achter het stuur doen op een rechte autoweg. Of een huis kopen in de veronderstelling dat de prijs stijgt. Dat modellen en voorspellingen het gevaar maskeren. Eigenlijk ziet hij in ons allen panglossiaanse naïevelingen. Mensen die van een gebouw afspringen en halverwege de val opmerken. “Tot nu toe gaat het goed.”

    De geschiedenis kruipt niet, ze springt

    Talebs jeugd verdient vermelding. Als kind in Libanon werd hem voorgehouden dat zijn land als smeltkroes van nationaliteiten en religies dreef op tolerantie. Op een kwade dag begon het mortiergranaten te regenen en stortte dat model ineen. Die ervaring beïnvloedde zijn latere werk. Hij kwam tot het besef dat de geschiedenis geen voortkabbelende beek is maar met donderslagen bij heldere hemel komt. “Ze kruipt niet, ze springt.”

    Nassim Nicholas Taleb gelooft in de tirannie van het toeval. Hij schreeuwt het van de bladzijden: niemand ziet het, behalve hij. Gestichten zitten er vol mee: mensen die het licht hebben gezien en de wereld voor gek verklaren. Maar Taleb heeft gelukkig nog geen dwangbuis aan, al doet een eerdere bekentenis, in zijn bestseller De Zwarte Zwaan – De impact van het hoogst onwaarschijnlijke (2007), vermoeden dat een inzinking nabij is. “Ik vind het pijnlijk om deze regels neer te schrijven; ik vind de wereld weerzinwekkend. Het wordt ondraaglijk.”

    Overtuig een slaaf ervan dat hij werknemer is

    De titelverklaring van zijn laatste boek geeft zowaar nog meer blijk van chronisch pessimisme. “In de Griekse mythologie was Procrustes de wrede eigenaar van een klein landgoed tussen Athene en Eleusis. Hij had een merkwaardig gevoel voor gastvrijheid: hij ontvoerde reizigers, bood hun een copieuze maaltijd aan en nodigde ze uit de nacht door te brengen in een bijzonder bed. Hij eiste dat ze precies in het bed pasten: van degenen die te lang waren, hakte hij met een bijl de benen af; degenen die te klein waren, rekte hij uit.”

    Geen wonder dat Taleb gekozen heeft voor een leven van filosoferen en flaneren – uiterst traag wandelen zonder bestemming. Uit veel van zijn aforismen spreekt een grondige afkeer van het kantoorleven. Als je ‘s morgens bij het opstaan min of meer precies weet hoe je dag eruit zal zien, ben je volgens hem een beetje dood – hoe groter de precisie, hoe meer dood je bent. De drie schadelijkste verslavingen zijn volgens Taleb heroïne, koolhydraten en een maandsalaris. Karl Marx begreep dat, stelt de schrijver. Hij had door dat je een slaaf veel beter kunt controleren als je hem ervan overtuigt werknemer te zijn. “Mensen die denken dat werken in loondienst geen stelselmatige slavernij is, zijn óf blind óf in loondienst.”

    Pas sinds kort is ‘hard werken’ iets om trots op te zijn, vervolgt Taleb. “En niet iets om je voor te schamen als teken van gebrek aan talent, fijnzinnigheid en met name sprezzatura.” Eén van zijn vele eye-openers: “Mensen droegen vroeger doordeweeks gewone kleren en staken zich op zondag in het net. Tegenwoordig is het precies andersom.” De ultieme vernedering van kantoorslaven verwoordt hij op bladzijde 47:

    “Ze worden geboren en daarna in een doos gestopt; ze gaan naar huis om in een box te leven; ze studeren door hokjes af te vinken; ze gaan in een doos op wielen naar wat ‘werk’ heet, waar ze in een werkcelhokje zitten; ze rijden in een doos naar de supermarkt om voedsel in een doos te kopen; ze rijden naar de fitness in een doos om in een hok te zitten; ze praten over ‘niet in hokjes denken’; en wanneer ze doodgaan, worden ze in een kist gestopt. Allemaal dozen, euclidische, geometrisch eenvormige dozen.”

    Miljoenen verdiend op Zwarte Maandag

    Een genot voor lezers, dit soort formuleringen, maar voor Taleb is de afkeer van ‘alles wat zich voegt of moet voegen’ bijna pathologisch. Toch heeft hij het beter getroffen dan Kafka, zijn held. Die zat bijna tot zijn dood gevangen op een verzekeringskantoor (verslaafd aan het maandsalaris), terwijl Taleb de luxe had om als ex-Wall Street-handelaar het beroep van schrijver te kiezen. 97 procent van zijn vermogen (miljoenen dollars) verdiende hij naar eigen zeggen op 19 oktober 1987, beter bekend als Zwarte Maandag, de grootste val van de Dow Jones in de geschiedenis.

    In De Zwarte Zwaan vertelt hij meer over die bijzonder dag. Hij wandelde van zijn kantoor, de investeringsbank Credit Suisse First Boston, naar huis in de Upper East Side en kreeg een bijna religieuze ervaring. “Ik werd bevangen door het vreemdste gevoel dat ik ooit in mijn leven heb gehad, een trompet die schalde dat ik gelijk had, zo luid dat ik vanbinnen helemaal trilde.” Taleb had niet alleen de Jackpot gewonnen, maar ook het ongelijk bewezen van de modellen. Bedacht door “al die intelligent pratende, geplatonifieerde economen – met hun bedrieglijke klokkrommevergelijkingen”.

    ‘Zwarte zwanen’ symboliseren volgens hem de gebeurtenissen die buiten de wereld van het voorspelbare liggen. Binnen de logica van de Zwarte Zwaan is wat je niet weet veel relevanter dan wat je wel weet. Veel Zwarte Zwanen worden veroorzaakt en versterkt doordat ze niet worden verwacht, zegt Taleb. “Vanaf het moment, ongeveer tienduizend jaar geleden, dat we het Pleistoceen achter ons lieten, is het effect van deze Zwarte Zwanen toegenomen. En daarin trad een versnelling tijdens de Industriële Revolutie, toen de wereld ingewikkelder werd, terwijl alledaagse gebeurtenissen – de gebeurtenissen die we bestuderen en bediscussiëren en proberen te voorspellen door kranten te lezen – in toenemende mate aan belang inboetten.”

    Rages, epidemieën, mode, ideeën, het ontstaan van kunststromingen en scholen. Al dit soort dingen verloopt volgens de dynamiek van de Zwarte Zwaan, zegt Taleb. “Met letterlijk alle belangrijke dingen in je leven gaat het zo.” Het zijn de Zwarte Zwanen die bepalend zijn voor de historische ontwikkelingen, weet Taleb, met als meest recente bewijs de aanslagen van 11 september 2001.

    Hitler trok moeiteloos om de Franse verdedigingswal heen

    11 september 2001 was toevallig ook het moment dat Francis Fukuyama met zijn boek The End of History and the Last Man (1992) ongelijk kreeg. Daar waar Fukuyama begin jaren negentig stelde dat de strijd tussen kapitalisme en communisme de laatste richtingenstrijd aller tijden zou zijn, bleek dat Moeder Natuur juist een never ending story in petto had.

    Vervolgens hebben we het stomste gedaan wat we maar konden doen, leert Taleb. Stalen pijpen voor cockpitdeuren, straaljagerpatrouilles ingesteld, paranoïde bagageregels ingevoerd, enzovoorts. We hebben praktische en tastbare maatregelen genomen die ons de illusie gaven van veiligheid. En dat is precies, zo schrijft Taleb, de valkuil waar de Fransen ingelopen zijn toen de Duitsers binnenvielen. Na de Eerste Wereldoorlog bouwden zij een verdedigingswal op de plaats van de Duitse invasieroute om in het vervolg een invasie via die weg te voorkomen. Hitler trok er (bijna) moeiteloos om heen. De Fransen waren uitstekende geschiedenisstudenten, geeft Taleb toe, maar keken niet verder. “Ze waren te praktisch en hadden een beperkte blik. We leren dus niet vanzelf dat we niet leren dat we niet leren.”

    Moderne samenleving kampt met feedback loops

    Een schrale troost is dat Taleb het ons allemaal niet zo kwalijk neemt. Het ligt aan ons brein, doceert de wetenschapper. We bezitten een verkeerde gebruiksaanwijzing. Dat komt omdat onze voorouders meer dan honderd miljoen jaar als niet-denkende zoogdieren rondgelopen hebben op aarde. Dat was in een leefwereld waar denken ook niet hoefde, zelfs gevaarlijk was, want een leeuw treuzelt niet als hij honger heeft. Het was een leefwereld met eenvoudige oorzaken en gevolgen, en vooral één van traag rondgaande informatie. Zo traag dat de ene stam niet op de hoogte was van het bestaan van de andere stam een bos verderop.

    We verloren pas de grip op ons bestaan toen we apparaten zijn gaan ontwikkelen. Zo creëerden we een wereld waarin informatie wél zeer snel rond gaat, en massafenomenen zich steeds vaker voordoen. Een moderne, complexe maar vooral ook recursieve wereld: waarin gebeurtenissen steeds sneller andere gebeurtenissen in gang zetten. Feedback loops, noemt Taleb dat. Sneeuwballen met grillige, onvoorspelbare wereldwijde gevolgen. Maar het tragische is dat we ons nog steeds laten leiden door conventionele wijsheden. “Die zijn niet meer bruikbaar”, waarschuwt Taleb, keer op keer.

    Verwacht in Het bed van Procrustes niet van dit soort uitweidingen. Al flanerend bedacht Taleb aforismen die ons anders dan soundbites niet van informatie beroven, maar aansporen bepaalde denkluikjes te openen en manieren te vinden om “onzin uit het hoofd te verwijderen”. Of zoals Taleb in een voetnoot aangeeft: “De grootste fout sinds Socrates is het idee dat een gebrek aan helderheid de bron is van alle ellendes, niet het resultaat ervan.”

    Gepubliceerd: NRC

NRC

Voor NRC Handelsblad, nrc.nl en nrc.next schreef ik sinds mijn aanstelling in september 2007 meer dan 800 artikelen. De meeste daarvan als opiniemaker voor nrc.nl.

Over de auteur

Archief artikelen van Steven de Jong. Op deze site kunt u zijn artikelen uit de periode 2001-heden lezen.

E-mail: dejongsteven@gmail.com
  • Volg Steven de Jong op Twitter!
  • Volg Steven de Jong op LinkedIn!